Geschiedenis: de verspreiding van koffie in de wereld

De koffie, na een exclusieve schat van de Arabische wereld te zijn geweest, veroverde Europa aan het einde van de zestiende eeuw, dankzij de Venetianen en de durf van een Hollandse koopman die erin slaagde kostbare planten te stelen. Deze daad markeerde het begin van een intense rivaliteit tussen de grote koloniale mogendheden.
Dompel je onder in de boeiende geschiedenis van dit tot cultdrank geworden genotmiddel en ontdek hoe koffie de wereldhandel in de zeventiende eeuw vormgaf.
De eerste stappen van koffie in Europa
Aan het einde van de zestiende eeuw stromen de verslagen van reizigers en botanici over deze exotische plant Europa binnen vanuit het Midden-Oosten. De Venetiaanse kooplieden, die al commerciële banden hadden met de regio, slagen erin om begin jaren 1600 de eerste zakken groene koffie te importeren vanuit Mekka, ondanks het strikte toezicht van de Arabische producenten.
Deze kaart illustreert de verspreiding van Arabica koffie en belicht de felle concurrentie tussen koloniale mogendheden (Frankrijk, Nederland, Engeland, Portugal…). Ze onthult ook dat de wereldproductie destijds afkomstig was van slechts enkele koffieplanten.
Een eeuw van Arabisch monopolie
Vanaf het begin wordt de koffiehandel exclusief gecontroleerd door de Arabieren.
Gedurende bijna een eeuw waken ze ervoor dat geen enkel vruchtbaar zaadje hun gebieden verlaat, door uitsluitend gebrande of gekookte koffie te verkopen en bezoekers weg te houden van de plantages.
De Hollandse onderneming: de roof van de eeuw
En 1616 slaagde een Hollandse koopman erin om koffieplanten uit Mocha te stelen en ze intact naar Amsterdam te brengen, waar ze zorgvuldig bewaard werden in de Botanische Tuin.
De Hollandse Oost-Indische Compagnie vestigde vervolgens plantages op Java, daarna op Sumatra, Timor, Bali en in de Celebes vanaf de jaren 1690.
De universele kwekerij van koffie
In 1706 verscheepten de telers van Java hun eerste oogst naar Holland. Enkele planten uit deze oogst werden geëxporteerd naar de Nieuwe Wereld.
De Botanische Tuin van Amsterdam kreeg toen de bijnaam “universele kwekerij van koffie”, omdat van daaruit talrijke plantages over de hele wereld ontstonden.
De boom van de koning
In 1714 schonk de burgemeester van Amsterdam een koffieplant aan Lodewijk XIV.
De Fransen hadden al eerder geprobeerd koffie te planten op het eiland Réunion (destijds île Bourbon) met bonen uit Mocha, maar zonder veel succes.
De Hollandse koffieplant werd toevertrouwd aan de Jardin des Plantes, waar een speciale serre voor werd gebouwd. Hij bloeide, droeg vruchten, en Lodewijk XIV bewaarde zijn bonen voor zijn koloniale plantages.
In 1715 schonk de sultan van Jemen 60 koffieplanten aan Frankrijk, die ze transplanteerden op het eiland Bourbon. De Bourbon-koffie zou later een erkende grand cru worden.
Koffie verovert de Nieuwe Wereld
Eén vraag blijft: waren de Hollanders of de Fransen de eersten die koffie introduceerden in de Nieuwe Wereld?
In 1721 vertrouwt Lodewijk XV twee koffieplanten toe aan kapitein Gabriel de Clieu om ze op Martinique te planten.
De reis is vol obstakels: watertekort, stormen… De Clieu zal zelfs zijn waterrantsoen met de plant delen.
In 1726 oogst Martinique zijn eerste koffie.
Vijftig jaar later zal het eiland 19 miljoen koffieplanten tellen.
Vanuit Martinique en Hollands Guyana zal de koffieteelt zich verspreiden in de Antillen, Midden-Amerika en Latijns-Amerika.



